Leishmania

Leishmania bij de hond

Leishmaniasis is in Nederland voornamelijk belangrijk als importziekte uit de Mediterrane gebieden. In deze gebieden draagt de zandvlieg de Leishmania parasiet over op de hond. De parasiet kan lang in het lichaam aanwezig blijven, zonder dat de hond hier verschijnselen van heeft. Het is hierdoor mogelijk dat een hond pas klachten krijgt op het moment dat hij/zij al geruime tijd in Nederland is. De mens kan ook besmet raken met de Leishmania parasiet. Overdracht vindt net als bij de hond plaats via de zandvlieg, en kan niet direct worden overgedragen van hond op mens.

Verschijnselen
Slechts een deel van de honden die besmet raakt met deze parasiet, ontwikkelt Leishmaniasis. Soms werkt het afweersysteem van een hond onvoldoende om de parasiet te kunnen bestrijden en zal de hond verschijnselen vertonen van een leishmania infectie. De klinische symptomen waarmee een hond met Leishmaniasis zich presenteert zijn heel divers. Vrijwel altijd worden huidafwijkingen gezien, gelokaliseerd aan kop en oren. Bij een kleiner deel van de honden worden afwijkingen aan ooglidranden en nagels gezien. Ook kunnen honden last hebben van een verminderd uithoudingsvermogen, vergrootte lymfeknopen of gewichtsverlies. Wanneer de nieren zijn aangetast door de infectie, kan de hond veel gaan drinken en plassen.

Diagnose en behandeling
De diagnose wordt gesteld op basis de aanwezigheid van lichamelijke afwijkingen in combinatie met afwijkingen in het laboratoriumonderzoek, die passend zijn bij een Leishmania infectie.
Als het bloedonderzoek geen bevestiging van de diagnose kan geven, moet er verder onderzoek gedaan worden door middel van huidbiopten of biopten van de lymfeknopen.
Eerste keus behandeling van Leishmaniasis, is een therapie met allopurinol gedurende 6 maanden. Bij onvoldoende resultaat wordt dit aangevuld met verdere medicatie, zoals miltefosine of meglumine antimonaat. De klinische verschijnselen verdwijnen in het algemeen binnen 4-6 weken na starten van therapie.
De prognose voor Leishmaniasis is in het begin stadium over het algemeen gunstig. Wanneer er al een vergevorderd stadium van nierziekte aanwezig is, is de prognose helaas minder gunstig.
Het is belangrijk om de therapie goed te blijven monitoren. Elke 6 maanden moet er opnieuw bloedonderzoek, al dan niet in combinatie met urineonderzoek worden uitgevoerd. Wanneer er sprake is van ernstige Leishmaniasis, of wanneer de verschijnselen niet verdwijnen op de medicatie, is het aan te raden om eerder de controle uit te voeren (bijvoorbeeld elke 3-4 maanden).
Wanneer de klinische verschijnselen zijn verdwenen zijn en er geen afwijkingen meer aanwezig zijn in het bloedonderzoek, kan de behandeling gestopt worden.
Eventueel kan na het stoppen van de behandeling, bloedonderzoek ter controle worden uitgevoerd eens in de 6-12 maanden.

Preventie
Preventie bestaat uit het voorkomen van bloedzuigen door zandvliegen met antiparasitaire middelen. Denk hierbij aan Advantix pipetten of Simparica tabletten, die een zandvlieg afwerende werking hebben.
Het binnenhouden van honden in ruimtes die van horrengaas voorzien zijn, draagt
ook bij aan het verminderen van het infectierisico.

Lees hier meer: Buitenland