Wormen bij hond en kat

 

We gaan een aantal wormen bespreken:

  • Spoelwormen
  • Lintwormen
  • Vossenlintworm
  • Hartwormen

De meest voorkomende wormsoorten bij de hond en de kat zijn de spoelworm (Toxocara Canis of Toxocara cati) en de grote hondenlintworm (Dipylidium caninum).

De spoelworm

De spoelworm bij de hond heet Toxocara canis en bij de kat Toxocara cati.

Spoelwormen leven in de dunne darm van hond en kat. Ze kunnen tot wel 18 cm lang worden. De volwassen wormen komen vrijwel nooit in de uitgepoepte ontlasting voor en slechts een enkele keer zijn de wormen zichtbaar in het braaksel. Het is het voor u als eigenaar moeilijk te zien of uw dier besmet is met spoelwormen. Ook de eitjes (rond de 200.000 eitjes per worm, per dag!) zijn met het blote oog niet waarneembaar. Deze eitjes zijn zeer resistent tegen temperatuurschommelingen en tegen schoonmaakmiddelen en ze kunnen enkele jaren infectieus blijven. Berucht zijn zandbakken waar kinderen in spelen. We adviseren deze af te dekken om te voorkomen dat katten daar in kunnen poepen.

Hoe verloopt de besmetting?
Uw huisdier kan zich besmetten door de eitjes uit de omgeving op te nemen of door een besmet prooidier (vogels – kleine knaagdieren) op te eten. Als een hond poep eet van andere honden is er ook een hogere kans op besmetting.

Pups kunnen in de baarmoeder reeds besmet raken en zowel pups als kittens kunnen zich via de moedermelk infecteren. Het vernietigen van de eieren in de omgeving is moeilijk omdat deze eieren tegenover de klassieke desinfectantia zeer resistent zijn. Door stelselmatige verwijdering van feces kan wel de infectiedruk verlaagd worden. Ruim de ontlasting op als uw hond gepoept heeft! De eieren zijn niet bestand tegen stoom (> 90 C), waardoor hogedrukreiniging met stoom van bijvoorbeeld zandbakken mogelijk is. In kennels wordt een cementen vloer aanbevolen om het schoonmaken te vergemakkelijken.

Hebben de dieren er last van?
Pups, kittens en oudere dieren lopen een groter infectierisico dan gezonde volwassen dieren. Bij pups en kittens valt bij een besmetting op dat de diertjes slecht groeien, mager zijn, maar wel een dikke buik hebben. Ze hebben soms last van diarree en gasvorming. Ook kan het aanleiding tot maagdarmkrampen geven.

Bij volwassen dieren verloopt een besmetting vaak zonder symptomen! Als eigenaar merk je eigenlijk niet dat je hond of kat een worminfectie heeft.

Toxocara is een zoönose
Toxocara canis en T. cati is een zoonose. Dat wil zeggen dat ook de mens zich met deze eitjes kan besmetten. Vooral kinderen lopen gevaar bij contact met besmette grond. Uit onderzoek in Utrecht is gebleken dat 25% van de parken en 59% van de openbare zandbakken met deze wormeieren besmet zijn! (F. van Knapen et.al Toxocara eieren in parken en zandbakken in de stad Utrecht, Tijdschrift voor diergeneeskunde 1993; 118:611-4). Na opname van de eitjes komen larfjes vrij die een trektocht door het lichaam maken. Ze veroorzaken overal waar ze in het lichaam vastlopen kleine ontstekingen. In een enkel geval kunnen deze larven in het oog terechtkomen en zo het gezichtsvermogen aantasten of zelfs blindheid veroorzaken. Ook is uit recent onderzoek gebleken dat allergische reacties bij kinderen met een aanleg voor astma door een spoelworminfectie versterkt kunnen worden.

Het ontwormen van de huisdieren is dus eigenlijk belangrijk voor de mens.

Therapie spoelworm bij hond en kat
Gelukkig kan een spoelworminfectie bij de hond en de kat vrij gemakkelijk bestreden worden. Het is dus geen preventieve ontworming die je geeft! De ontworming doodt vooral de op dat moment aanwezige volwassen wormen en zorgt dat er geen nieuwe eieren worden gelegd. De al aanwezige eieren en larven ontwikkelen zich en daarom is het belangrijk de ontworming te herhalen.
Wij adviseren daarom voor jonge dieren het volgende ontwormschema:

  • 2 weken (pup en kitten)
  • 4 weken
  • 6 weken
  • 8 weken
  • 3 maanden
  • 4 maanden
  • 5 maanden
  • 6 maanden
  • na 6 maanden over op 4x per jaar (levenslang, volwassen dier)

Na het eerste jaar geven we een ontwormingsadvies op maat voor uw huisdier tegen spoelwormen en tegelijkertijd tegen lintwormen.
Over het algemeen hebben volwassen honden en katten zelf weinig last van een spoelworminfectie. Zij vormen echter wel een besmettingsbron voor andere dieren en, belangrijker, voor uzelf en uw kinderen. Denk bijvoorbeeld aan een spoelworminfectie van kinderen als ze spelen in een zandbak waar katten in hebben gepoept.

Als uw kat niet buiten komt dan hoeft u niet 4x per jaar uw kat te ontwormen. Als uw kat vaak muizen vangt of wanneer u jaagt met uw hond, dan is het advies om zelfs vaker dan 4x per jaar te ontwormen.

Voor het ontwormen raden wij aan:

We hebben diverse ontwormingsmiddelen in onze dierenkliniek. U kunt contact met ons opnemen voor een advies om uw huisdier te ontwormen.

Indien een besmetting is aangetoond met spoelwormen dan adviseren we om de behandeling na 2 weken te herhalen.

Een mooi voorbeeld van een ontwormmiddel dat goed geaccepteerd wordt is de smakelijke kauwtablet van Milbemax of Milpro.

De Lintworm
Ook de lintworm leeft in de dunne darm. Lintwormen kunnen van enkele centimeters tot meer dan één meter lang worden.

De lintworm bestaat uit een kop, met daarachter een groot aantal segmenten (proglottiden) die gevuld zijn met eipakketjes. De achterste segmenten laten los als ze rijp zijn en kunnen zelfstandig uit de anus kruipen. Ze kunnen zichtbaar zijn in de ontlasting of in de haren rond de anus. Als ze opgedroogd zijn zien ze er uit als rijstkorreltjes. In tegenstelling tot de spoelworm kunt u als eigenaar een besmetting met lintworm dus wél zelf vaststellen.

De onderstaande informatie komt van de nVWA website (Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit:

Lintwormen en blaaswormen
Lintwormen zijn parasieten. De lintwormen hebben meerdere gastheren nodig om van het eistadium uit te groeien tot het volwassen stadium. Deze gastheren bestaan doorgaans uit verschillende diersoorten. Bij de eindgastheer vinden we bijvoorbeeld de volwassen lintworm en bij de tussengastheer een jeugdvorm die vaak blaasworm wordt genoemd. De volwassen lintworm vestigt zich in de darmen. De blaasworm zit, afhankelijk van de soort en al naar gelang zijn voorkeur ergens in het lichaam. Bijvoorbeeld in de lever of in de spieren.

Eindgastheer (lintwormen)
De diersoort(en) waarbij de volwassen lintworm in de darmen aanwezig kan zijn, is de eindgastheer. Uit de naam van de lintworm kun je niet altijd aflezen welke diersoort de eindgastheer is. Zo komt bijvoorbeeld de grote hondenlintworm voor bij de eindgastheer hond en kat. De volwassen lintworm produceert eitjes die met de ontlasting het lichaam van de eindgastheer verlaten en die vervolgens een geschikte tussengastheer moeten zien te bereiken, in dit geval bijvoorbeeld de vlo.

Tussengastheer (blaaswormen)
Lintwormeitjes moeten, net als andere groeistadia van parasieten, wat geluk hebben om de geschikte tussengastheer te vinden. Slechts een beperkt aantal slaagt hierin. Om deze kans wat groter te maken produceert een parasiet enorme aantallen eitjes. Als het lintwormeitjes lukt om de geschikte tussengastheer te bereiken ontwikkelen deze zich tot larven die de darmwand van de tussengastheer doorboren. Deze larfjes gaan op zoek naar een voor hen geschikte plek in het lichaam van de tussengastheer. Daar groeien zij uit tot een zogenoemde blaasworm, een holte gevuld met vloeistof (blaas) waarin de nieuwe lintwormkoppen (eipakketjes)tot ontwikkeling komen. Alweer is er het nodige – geluk – nodig om daarna weer de juiste eindgastheer te vinden. Daarom bevatten de blaaswormen enorme aantallen nieuwe lintwormkoppen.

De cyclus rond
Als de juiste eindgastheer vlees eet met daarin levensvatbare blaaswormen (met lintwormkoppen) dan groeien de lintwormkoppen in de darmen van de eindgastheer uit tot volwassen lintwormen die weer eitjes gaan produceren. Daarmee is de cyclus van deze parasieten rond.

Infectie routes:

  • 1. De grote hondenlintworm – Dipylidium caninum: het opeten van met lintworm geïnfecteerde tussengastheer (bijvoorbeeld een vlo of bijtende luis) Deze komt in Nederland het meeste voor!
  • 2. De kleine hondenlintworm – Echinococcus granulolosus: het opeten van besmet vlees of organen van de tussengastheer

Ad 1. Dipylidium caninum: de vrijgekomen eipakketjes uit de proglottiden worden opgegeten door vlooien larven, waarna deze uitgroeien tot volwassen vlooien. Uw huisdier kan zich besmetten door deze geïnfecteerde vlooien op te eten.

Ad 2. Honden en katten besmetten zich door het eten van besmet rauwvlees, karkassen of organen van schapen, runderen en varkens uit de risico gebieden (zuid Europa en de Oostbloklanden). De mens is voor deze lintworm tussengastheer en geen eindgastheer. Dieren moeten vaker worden behandeld tegen lintworm als ze regelmatig buiten jagen. Rauwvlees producten die voldoende ingevroren zijn vormen geen besmettings gevaar. Slachtafval uit deze gebieden moet goed verhit of ingevroren worden vóór het aan honden en katten gevoerd wordt.

Lintwormen zijn te bestrijden met een wormmiddel met praziquantel erin!

We hebben diverse ontwormingsmiddelen in onze dierenkliniek. U kunt contact met ons opnemen voor een advies om uw huisdier te ontwormen.

Verder is het van belang goed vlooien te bestrijden, lees verder over vlooienbestrijden.

De Vossenlintworm
De vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) is een kleine lintworm die voorkomt in de dunne darm van de vos. Ook hond en kat kunnen drager zijn van deze lintworm. In de ontlasting van de besmette vos, hond of kat komen eitjes voor die door knaagdieren kunnen worden opgenomen. Let op: ook de mens kan zich met deze eitjes besmetten. Vossen, honden en katten infecteren zich door de besmette knaagdieren (tussen gastheer) op te eten, waarna uit de opgegeten lintwormkoppen in de blaasworm weer volwassen lintwormen ontstaan in de darm van de eind gastheer. Deze eitjes die ze uitpoepen kunnen door knaagdieren weer worden opgegeten.

Indien de eitjes door de mens opgenomen worden kan hieruit een blaasworm ontstaan. Deze bevindt zich meestal in de lever, maar kan ook op andere plaatsen voorkomen. Het vervelende van deze blaasworm is dat hij door blijft groeien. Door deze langzame maar gestage groei treden verschijnselen van een besmetting pas na een aantal jaren op. Deze verschijnselen zijn niet erg specifiek en kunnen onder andere bestaan uit buikpijn, kortademigheid of geelzucht.

Waar komt de vossenlintworm voor? De Vossenlintworm kwam vooral in Midden Europa voor, in Duitsland en het Alpengebied. Echter anno 2015 is deze lintworm is echter steeds verder verspreid en komt de vossenlintworm ook in Nederland, Belgie en grotere delen van Frankrijk voor.

Het infectierisico in Nederland neemt steeds toe en is het grootst in de grensstreken, Zuid Limburg en Groningen. In de bovenstaande gebieden kunt u voor uzelf de volgende voorzorgsmaatregelen in acht nemen:

  • Na grond- en bosbouwwerkzaamheden goed de handen wassen
  • Geen uitwerpselen van vossen aanraken
  • Geen vossen (dood of levend) zonder handschoenen aanraken
  • Wilde bosvruchten (bramen, frambozen, bosbessen) en zelfgeplukte paddestoelen altijd grondig wassen en het liefst koken

Als u meer erover wilt lezen kan dit op de site van het RIVM.

Voor het ontwormen van honden en katten raden wij de volgende medicijnen aan:

Honden en katten die buiten lopen in de gebieden waar de vossenlintworm voorkomt adviseren we om minstens 4x per jaar en beter nog elke 4-6 weken te ontwormen met een wormmiddel met praziquantel erin. Als u met uw dier op vakantie gaat denk dan aan een ontworming als u in de gebieden komt waar de vosselintworm voorkomt!

De Hartworm
De hartworm (Dirofilaria immitis) is een worm die voorkomt bij de hond en, in mindere mate, bij de kat. Tot voor kort was het een aandoening die voornamelijk in Zuid-Europa voorkwam. De laatste tijd rukt deze infectie op richting het noorden en de ziekte wordt inmiddels tot halverwege Frankrijk aangetroffen.

De ziekte wordt verspreid via muggen en kan niet direct van hond op hond worden overgedragen. De hond wordt geinfecteerd met de microfilarien (= larven) via een muggenbeet van een besmette mug. Deze larven groeien uit tot een volwassen worm en leven in de grote bloedvaten en het hart. Voorkom dat de larven uitgroeien tot volwassen wormen. Deze zijn namelijk moeilijk te bestrijden. Als uw huisdier besmet is met de hartworm duurt het gemiddeld 7 maanden voordat de larven volwassen zijn.

Het kan dus langer dan één jaar duren voordat de hond symptomen van een besmetting begin te vertonen!! De symptomen van een besmetting met hartworm kunnen bestaan uit:

  • Een zachte hoest die verergert bij inspanning
  • Verminderd uithoudingsvermogen
  • Lusteloos
  • Gewichts en conditieverlies
  • Bloed ophoesten
  • Flauwtes

Diagnose van hartworm
Het vaststellen van een besmetting met hartworm is geen eenvoudige zaak. Ook de behandeling van een besmet dier valt niet mee. De volwassen wormen moeten gedood worden, maar dit brengt een aanzienlijk risico op embolieën met zich mee. Dit zijn kleine stukjes van de dode worm die kunnen vastlopen in de longvaten. Hierdoor is een periode van 5 weken strikte hokrust noodzakelijk.

Het is dus beter en eenvoudiger om aan hartwormpreventie te doen door de microfilarien (= larven) te bestrijden. De larven zijn namelijk wel goed te bestrijden. In de meeste delen van Europa waar de ziekte voorkomt is het overdrachtsseizoen gemiddeld van april tot oktober. In deze periode zijn de muggen actief en steken ze. Dit is dan ook de periode dat de preventie optimaal moet zijn!

Op de Canarische eilanden komen ze het gehele jaar voor en moet gedurende het gehele jaar elke maand een ontwormingsmiddel worden gegeven..

Preventie
Het voorkomen van een hartwormbesmetting berust op twee peilers:
1. Muggen weren en bestrijden
2. Hartwormen in een jong stadium afdoden om zo het ontstaan van volwassen wormen te voorkomen

Ad 1. Muggen bestrijden
Muggen kun je bestrijden door een muggen werend (= repellent) middel te gebruiken bij de hond. We adviseren hierbij middelen die ook bij de hond gebruikt worden om buitenlandse teken te bestrijden.
Er kan gekozen worden voor een tekenband (Scalibor), een pipet (Pulvex) of een spray (Defendog). Al is het muggen afwerend vermogen niet 100% van deze middelen!.

Ad 2. Hartwormen bestrijden

Met een pipet in de nek:
Een bescherming tegen de vorming van hartwormen kan geboden worden door een anti vlooienmiddel met de werkzame stof selamectine. Dit middel wordt met een pipet in de nek toegediend. Het middel (Stronghold) dient ongeveer 5 dagen voor de vakantie gegeven te worden en dient daarna 1x per maand tot 1 maand ná de vakantie doorgegeven te worden. Om een optimale bescherming van uw huisdier te krijgen combineren we dit middel met andere middelen die en teken bestrijden en repellent werken tegen zandvliegjes en muggen.

Met tabletten:
Milbemax tabletten hebben een beschermende werking tegen de hartworm. Voor een optimale bescherming moet 1x per maand tabletten worden toegediend.
De eerste tabletten 2-3 weken na aankomst op het vakantieadres en daarna 1x per maand. Geef de laatste tabletten 3-4 weken na thuiskomst.

Indien u 1 of 2 weken op vakantie gaat dan kunt u bij thuiskomst en 1 maand daarna de tabletten geven. We combineren in risico gebieden in het buitenland de milbemax met andere middelen die teken bestrijden en repellent werken tegen zandvliegjes en muggen.

Bij dieren die een verhoogd risico lopen om met de hartworm in aanraking te komen (bijvoorbeeld als u regelmatig naar Frankrijk, Spanje of Italië gaat) raden wij aan om het hele jaar door aan hartworm preventie te doen. Denk ook aan een goede bescherming tegen ziektes die door teken en zandvliegjes worden overgebracht! Twijfelt u of in het gebied waar u vaak op vakantie gaat veel hartworm voorkomt overleg dan eens met een dierenarts in dat gebied.

Mocht u naar aanleiding van deze informatie nog vragen hebben over de bescherming van uw hond of kat, neem dan gerust even contact op met onze kliniek.

“Voor advies over mijn puppy werd ik zeer goed geholpen bij Dierenkliniek Marnixstraat, zo konden wij een goede start maken. Dank!”

Bart van Apeldonk (1 hond),
Bloemendaal