Pancreatitis of alvleesklierontsteking

 

Een alvleesklierontsteking, ofwel pancreatitis

Naast de 12-vingerige darm en onder de maag bevindt zich de alvleesklier of pancreas. De alvleesklier heeft tezamen met de lever een afvoergang die uitkomt in de dunne darm. De alvleesklier is een orgaan met 2 belangrijke functies:

  • Het produceren van verteringsenzymen en elektrolyten. Deze worden in de 12-vingerige darm afgegeven en zijn onmisbaar voor een goede spijsvertering.. We noemen het produceren van deze vloeistof de exocriene functie.
  • Het produceren van de hormonen insuline en glucagon. Beide hormonen zorgen voor een juiste en stabiele bloedsuikerspiegel. Deze hormonen worden geproduceerd in de Eilandjes van Langerhans die verspreid liggen in de alvleesklier. We noemen dit de endocriene functie.
  • De alvleesklier bestaat dus uit 2 typen cellen met elk hun eigen functie; de exocriene functie en de exocriene functie.

Pancreatitis en problemen met de alvleesklier

Er zijn diverse vormen van pancreatitis:

  • Ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis). Deze ontsteking kan chronisch of acuut zijn.
  • Abcesvan de alvleesklier.
  • Tumoraan de alvleesklier; dit is zeldzaam en wanneer het zich voordoet hebben we te meestal maken met een adenocarcinoom.
  • Atrofie; Dit is een erfelijke aandoening waarbij de alvleesklier verschrompeld of atrofieert. Een chronische ontsteking van de alvleesklier kan voor dezelfde klachten zorgen.
  • Obstructievan de afvoergang van de alvleesklier; de vloeistof met verteringsenzymen kan niet- of onvoldoende worden afgegeven in de 12-vingerige darm en zorgt zo voor een verstoorde vertering. (exocriene pancreas).
  • Hyperplasieof aanmaak van extra cellen van de alvleesklier (meestal zonder functie verlies of klachten).
  • EPI of Exocriene Pancreas Insufficiëntie. Er is een verstoring van de exocriene functie van de alvleesklier die de spijsvertering beïnvloed. De aanmaak van verteringsenzymen is onvoldoende. Bij deze aandoening verdwijnt de alvleesklier t.g.v. een chronische pancreatitis.

Hoe ontstaat een alvleesklierontsteking?

Er zijn veel verschillende oorzaken voor het ontwikkelen van een alvleesklierontsteking maar in de meeste gevallen is de exacte oorzaak niet te achterhalen. Mogelijke oorzaken zijn:

  • Reflux of het terugstromen van darminhoud in de afvoergang van de alvleesklier. Dit kan gebeuren bij een verhoogde druk vanuit de buik.
  • Reflux of het terugstromen van galzuren in de afvoergang van de alvleesklier.Dit kan gebeuren doordat de afvoergang van de galzuren vanuit de lever op dezelfde plaats in de 12-vingere darm uitkomt als de afvoergang van de alvleesklier.
  • Een grote inname van vet voedsel (pakje boter bijvoorbeeld).
  • Medicijngebruik; Een alvleesklier ontsteking kan ook ontstaan door gebruik van sommige medicijnen zoals fenobarbital, corticosteroïden/prednison, furosemide, sulfa-medicatie, tetracycline, aspirine.
  • Eengebrekkige doorbloeding van de alvleesklier en andere organen, waardoor de alvleesklier te weinig zuurstof krijgt (ischemie). Bijvoorbeeld als gevolg van shock, trauma of langdurige narcose.
  • Leverziektenkunnen leiden tot een alvleesklierontsteking.
  • Een ontsteking of tumor in de buurtvan de alvleesklier.
  • Een chronische pancreatitis gaat soms samen met een onderliggende auto-immuunziekte die een darmontsteking veroorzaakt (IBD).
  • In ongeveer 90% van de gevallen is er sprake van idiopathische pancreatitis, dit betekent dat de oorzaak onbekend is. De ontsteking ontstaat door onbekende oorzaak en wordt door de aantasting van de pancreas door de pancreasenzymen in stand gehouden.

 

De symptomen van pancreatitis:

Een alvleesklier ontsteking kan acuut of chronisch zijn. Bij een acute alvleesklierontsteking zijn de klachten meestal pas kort aanwezig en heel heftig. Bij de chronische variant zijn de klachten al langere tijd aanwezig en milder. De symptomen van een alvleesklier ontsteking kunnen sterk variëren, meestal zien we een combinatie van onderstaande symptomen:

  • Anorexie (niet eten)
  • Braken
  • Buikpijn
  • Diarree
  • Uitdroging (dehydratatie)
  • Koorts
  • Sloomheid

 

Hoe wordt een alvleesklierontsteking gediagnosticeerd?

  • Een goede anamnese en onderzoek

Aanvullende onderzoeken

Afhankelijk van de anamnese en het lichamelijk onderzoek zal de dierenarts een behandelplan opstarten of verder onderzoek willen doen. Bij een verdenking op een alvleesklierontsteking kunnen verschillende onderzoeken worden uitgevoerd die de verdenking op een alvleesklierontsteking kunnen ondersteunen en soms bevestigen:

  • Bloedonderzoek: een volledig bloedonderzoek is te adviseren om andere oorzaken van buikpijn en/of braken uit te sluiten. Daarnaast kan een pancreas-lipase bloedtestworden gedaan. Deze test kan aantonen dat de klachten van het dier niet worden veroorzaakt door een pancreatitis. Is de test positief, dan is het nodig om het bloed ook naar het laboratorium op te sturen. Daar kan bepaald worden in welke mate de pancreas aangetast is hetgeen de latere evaluatie van de ingestelde behandeling ten goede komt.
  • Echografie: bij de verdenking op een alvleesklierontsteking is het soms nodig om een echo van de buik te maken. Door het maken van een echo kan er gekeken worden of er afwijkingen te zien zijn aan de alvleesklier zelf en/of de omgeving van de alvleesklier en andere organen. Hierbij denken we aan bijvoorbeeld galgangontsteking, buikvliesontsteking en darmaandoeningen.
  • Biopten: wanneer een alvleesklier er afwijkend uitziet (maar soms ook als de alvleesklier er normaal uitziet), kunnen er biopten van de alvleesklier genomen worden om te kijken of er sprake is van een ontsteking of mogelijke tumor. Deze biopten kunnen soms onder echo begeleiding genomen worden met alleen een naald (DNAB, Dunne Naald Aspiratie Biopt voor cytologie). Soms zijn er echter weefselbiopten nodig, waarbij een stukje alvleesklierweefsel wordt opgestuurd voor verder onderzoek. Omdat dit middels een operatie gebeurt, moeten de voor- en nadelen hiervan goed afgewogen worden.

De behandeling

Een ontsteking van de alvleesklier moet door het lichaam zelf worden opgelost, er zijn dus geen medicijnen die de ontsteking van de alvleesklier genezen! Omdat het dier braakt, niet eet, diarree heeft en buikpijn heeft is het van groot belang het dier te ondersteunen met medicatie.

  • Medicatie tegen de buikpijn. Gebruik als pijnstilling GEEN NSAID. Een NSAID kan de klachten van een alvleesklier ontsteking verergeren! Wel kan er gebruik worden gemaakt van opiaten en/of een pijnstillend infuus met ketamine.
  • Anti-braak middelen. Om het braken tegen te gaan kunnen anti-braak middelen worden gegeven.
  • Infuustherapie. Afhankelijk van de klinische toestand van de hond is het soms belangrijk dat de hond wordt opgenomen voor infuustherapie om de uitdroging door diarree en braken te herstellen. Bovendien moeten soms de elektrolyten en eiwitten in het bloed worden hersteld.
  • Dwangvoeding. Wanneer een hond niet wil eten is het nodig om de hond te dwangvoeren. Bij langdurige behandeling is het verstandig om een neus- of slokdarmsonde te plaatsen, zodat er eenvoudig voldoende voeding kan worden toegediend. Wanneer de hond weer zelf wil eten is het verstandig het dier op een speciaal vetarm en goed verteerbaar dieet te zetten.
  • Maagzuurremmers, antibiotica, corticosteroïden en pancreas-enzymen zijn niet altijd zinvol in de behandeling van een alvleesklierontsteking.
  • Vitamine B toedienen.

De prognose

Bij een acute alvleesklierontsteking is de prognose twijfelachtig. Het komt helaas voor dat het dier ondanks een goede behandeling toch zal overlijden.

Bij een chronische alvleesklierontsteking is de prognose beter. Het is wel belangrijk om goed in de gaten te houden dat het dier geen complicaties ontwikkeld, zoals suikerziekte.

 

“Voor advies over mijn puppy werd ik zeer goed geholpen bij Dierenkliniek Marnixstraat, zo konden wij een goede start maken. Dank!”

Bart van Apeldonk (1 hond),
Bloemendaal