Giardia
Giardia
Giardia is een throphozoiet, een eencellige parasiet. Deze parasiet vestigt zich voornamelijk in het maagdarmsysteem van honden, katten, konijnen en mensen. Hij heeft lange zwiepstaarten waar hij mee zwemt in de darmen. Deze staarten worden flagellen genoemd. Giardia is dan ook een flagellaat.
Symptomen
Bij veel dieren verloopt de Giardia infectie zonder symptomen. Dit zijn dan de zogenaamde dragers: ze zijn niet ziek maar scheiden wel de besmettelijke cysten uit.
Dieren die ziek worden, krijgen diarree die gepaard kan gaan met buikpijn. De diarree kan continu of wisselend zijn. Soms is er sprake van een brijachtige stinkende diarree. Ook kan er bloed en slijm bij de ontlasting aanwezig zijn. Verder kan de hond gaan braken en afvallen ondanks goed eten. Jonge dieren en dieren met een verminderde weerstand zullen sneller ziek worden van Giardia en dus symptomen vertonen.
Besmetting
Giardia wordt overgedragen via de ontlasting. Door het eten van besmet voer, drinken van besmet water, maar ook door elkaar te wassen of de pootjes schoon te likken waarmee ze in ontlasting hebben gestaan, kan ${patient.naam} besmet raken.
Tien cysten zijn al voldoende voor het aanslaan van een infectie, terwijl een besmet dier zo’n 100.000 cysten per 100 gram ontlasting kan uitscheiden. Dit wordt dus uitgescheiden door de dieren met klachten, maar ook de dragers, ofwel dieren zonder klachten. Een besmet dier kan tot 3 jaar cystes uitscheiden, tenzij ze behandeld worden.
Na besmetting kan de hond binnen 5 dagen diarree ontwikkelen. De hond kan zich ook besmetten in een omgeving waar ooit dieren zijn geweest met Giardia.
De parasiet kan, ingekapseld als cyste, langdurig overleven in een koele en vochtige omgeving. Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 35% van de zwerfhonden in Nederland besmet zijn met Giardia en deze dus in hun ontlasting uitscheiden.
Diagnose
Besmette dieren scheiden niet iedere dag de parasiet uit. Hierdoor is bevestiging van besmetting wat lastiger. Als we een eenmalig ontlastingonderzoek doen en op die dag wordt nou net niets uitgescheiden, dan lijkt het alsof de hond niet besmet is. Wij adviseren dan ook ontlasting op te vangen, om zo de kans op het vinden van de parasiet te vergroten. Met name de afwijkende ontlasting en slijm op de ontlasting bevat vaak de parasiet, dus probeer dit langs te brengen. Zo wordt de kans groter dat we de parasiet kunnen vinden, zelfs bij het testen van ontlasting van 1 dag. Wij hebben een test die we in de kliniek kunnen uitvoeren om zo binnen 15 minuten de diagnose te kunnen stellen.
Hierboven een negatieve- en een positieve Giardia Snap-test.
Behandeling
Als u nog andere dieren in huis heeft, maar die hebben geen afwijkende ontlasting, hoeft u deze in principe niet mee te behandelen.
De behandeling van de zieke dieren bestaat uit fenbendazol (Panacur®) 1 maal daags gedurende 5 dagenen/ of met metronidazol (Metrazol®) 2 maal daags gedurende 7 dagen. Als behandeling met het ene middel niet resulteert in het verdwijnen van de klachten, kunnen we het andere middel daarna geven. Het succes van de behandeling meten we aan de mate van verdwijnen van de klachten en het is dus niet nodig om de ontlasting te hertesten.
Als de klachten toch terug blijven keren, dan moeten we gaan onderzoeken waardoor dit gebeurt. Soms besluiten we dan om alle dieren in de omgeving ook mee te behandelen.
Besmettingsgevaar
Giardia is een ziekte die zowel mensen als dieren kunnen krijgen. Er is echter uit onderzoek gebleken dat mensen zelden ziek worden van Giardia van hun huisdier, omdat dit een ander type Giardia is. Natuurlijk is goede hygiëne altijd belangrijk. Reiniging van de vacht, wanden, vloeren, materialen en dergelijke, is van belang om herbesmetting te voorkomen. U kunt de omgeving desinfecteren met 1 op 5 verdunde bleekoplossing. Geef de bleek enige minuten de tijd om in te trekken.
Verder is een regelmatige wasbeurt van de hond van de achterhand verstandig en natuurlijk goede hygiene rondom de ontlasting. Ruim de ontlasting van honden zo goed mogelijk op om herbesmetting van andere dieren te voorkomen.
“Voor advies over mijn puppy werd ik zeer goed geholpen bij Dierenkliniek Marnixstraat, zo konden wij een goede start maken. Dank!”
Bart van Apeldonk (1 hond),
Bloemendaal