Gebitsproblemen 

Gebitsproblemen bij het konijn

Wanneer elementen van het gebit niet netjes op elkaar aansluiten ontstaat er een gebitsprobleem. Het konijn zal een gebitsbehandeling moeten ondergaan. In het merendeel van de gevallen zal deze gebitsbehandeling onder verdoving moeten plaats vinden.

Doen zich eenmaal gebitsproblemen voor dan zal het konijn, afhankelijk van de precieze oorzaak, met enige regelmaat een gebitsbehandeling moeten ondergaan.

Er zijn meerdere oorzaken te noemen:

• Verkeerde voeding
• Erfelijke afwijkingen en malocclusie
• Trauma van buitenaf
• Abcessen
• Tumoren

Symptomen bij gebitsproblemen

• Overmatig speekselen en daardoor een natte kin of mond
• Minder willen, selectief eten of “rommelen” met eten
• Stoppen met eten
• Traanoog
• Oogproblemen
• Snot

Verkeerde voeding

Gebitsproblemen veroorzaakt door verkeerde voeding:

• Te weinig slijtage door te weinig kauwen op ruwvoer (hooi en dergelijke)
• Onvoldoende opname van calcium en vitamine D zorgt dat er “Metabolic Bone Disease” ontstaat. Door te weinig opname van calcium gaat het lichaam, om toch aan de benodigde calcium te geraken, dit onttrekken aan de botten. Het bot van o.a. de kaken wordt slapper en slapper door calciumgebrek. Dit zorgt op den duur voor een afwijkende stand van de gebitselementen en uiteindelijk voor het verkeerd afslijten van de elementen.

We zien dit vaak wanneer het dier gemengde brokjes te eten krijgt. Het konijn kan selectief eten en alleen de “lekkere” stukjes eruit eten en zo niet alle benodigde

voedingstoffen binnen krijgen. Bovendien zijn deze gemengde brokjes vaak van onvoldoende kwaliteit.

Wij adviseren om Supreme Science Selective brokjes te voeren.

Deze hoogwaardige, vezelrijke en smakelijke brokjes kunnen ook  bestaande gebitsproblemen verbeteren.

Voer maximaal 20gram brokjes per ideaal lichaamsgewicht per dag!

Vul het menu aan met groenten, kruiden en onbeperkt hooi.

Erfelijkheid en malocclusie

Olifantstanden

Het komt ook voor dat ondanks goede voeding zich tóch gebitsproblemen voordoen. Het gebit dat in aanleg niet correct aansluit zal vaak al op jonge leeftijd problemen geven.

We zien de aanleg voor zogenaamde “olifantstanden” al vroeg. Op de leeftijd van 8-10 weken zien we meestal de eerste problemen ontstaan. De onderkaak is hierbij te lang ten opzichte van de bovenkaak. De ondertanden groeien voor de boventanden langs en slijten niet op elkaar af. De snijtanden blijven groeien en zullen met regelmaat ingekort moeten worden.

Het is ook voor een eigenaar mogelijk om de snijtanden te controleren (zeker aan te raden voor aanschaf) Je kunt de lippen naar de zijkant trekken en de tanden bekijken.
De tanden zullen uiteindelijk wonden veroorzaken in het slijmvlies van de bek en het konijn zal uiteindelijk niet meer kunnen eten.

Op de foto hieronder olifantstanden, klik op de foto voor een close-up.

Haken op de kiezen

Wanneer er sprake is van olifantstanden zien we vaak ook dat de kiezen niet mooi aansluiten. Doordat een deel van het kauwvlak van de kies (of kiezen) niet mooi aansluit op de tegenoverliggende kies groeit er een deel van de kies door. Dit noemen we een haak op de kies. Deze haken groeien door ofwel richting de wang ofwel richting de tong. Wanneer er wonden door ontstaan en dus ook pijn, zal het konijn er problemen van ondervinden en uiteindelijk stoppen met eten.  Ook deze haken moeten worden verwijderd om het konijn weer pijnvrij te laten eten. Het permanent verwijderen van snijtanden of (soms ook) kiezen die problemen geven is mogelijk. De mogelijkheden hiertoe zullen echter per konijn verschillen.

Het advies is dus om niet met konijnen te fokken die olifantstanden hebben en ook niet meer te fokken met ouders die nakomelingen hebben gekregen die olifantstanden hebben.

Laat het gebit regelmatig controleren door de dierenarts, de problemen met het gebit gaan zich hoogstwaarschijnlijk een leven lang voordoen!

Trauma van buitenaf

We zullen de voornaamste hier voor u op een rijtje zetten:

• Trauma; wanneer een tand door een ongeluk, een klap of val, (oftewel trauma) afbreekt kan de tand na verloop van tijd weer terug groeien. Deze tand kan dan verkeerd terug groeien waardoor een afwijkende stand ontstaat. Soms groeit de tand (of tanden) helemaal niet meer terug. Totdat de afgebroken tand weer is terug gegroeid zal de tegenover liggende tand te lang worden bij gebrek aan afslijting. Zolang de afgebroken tand nog niet op juiste lengte is terug gegroeid zal deze doorgroeiende tand moeten worden ingekort.
• Fracturen (breuk) van de kaak waardoor de positie van de snijtanden of kiezen veranderd is. Dit zal betekenen dat het gebit levenslang regelmatig gecontroleerd en behandeld moet worden.
• Afwijkend knaag gedrag; de tanden slijten te snel of scheef af. We gaan hierbij ook kijken naar de reden waarom het dier dit (afwijkende) gedrag vertoont. 

Abcessen

Het slijpen van de tanden en kiezen heeft de voorkeur boven het knippen. Nodeloos te zeggen dat het slijpen van de snijtanden in principe bij elk konijn mogelijk is. Het slijpen van kiezen is niet altijd mogelijk. Het kan dus ook gebeuren dat bij het behandelen er een element afbreekt. In een enkel geval kan dit leiden tot een abces in de mondholte. Ook kan er een ontsteking of abces ontstaan door een “Corpus Alienum” in de bek. Dit betekent dat er een stokje, strootje een grasspriet of ander vreemd voorwerp vastzit in de bek.

Een abces moet geopend en gespoeld worden en met antibiotica behandeld worden, het corpus alienum verwijderd alvorens de mond weer genezen kan.

Tumoren

Helaas zijn niet alle bulten abcessen en komen er ook bij konijnen tumoren voor. Tumoren bij het konijn komen in verhouding tot de hond of kat veel minder vaak voor. De tumoren die bij het konijn het meest voorkomen zijn die aan de baarmoeder bij het vrouwelijke konijn. Af en toe zien we een tumor in het oog, een melkkliertumor of een tumor aan de poot of bekje bij het konijn. De prognose is twijfelachtig. Niet alle tumoren zijn goed te verwijderen.