Schildklierproblemen bij de kat
De schildklier is een orgaan met 2 lobben, die aan beide kanten naast de luchtpijp in het keelgebied ligt. De voornaamste taak van de schildklier is het produceren van het schildklierhormoon, ook wel T4 genoemd. Dit hormoon reguleert de snelheid van de stofwisseling (metabolisme), en zo de snelheid van het verbruik van voedingsstoffen en energie. Bij een trage stofwisseling wordt amper energie verbruikt en zal een dier dus sneller vet opslaan en dikker worden. Bij een snelle stofwisseling wordt juist alle energie snel verbruikt en zullen alle vetreserves gebruikt worden.
Bij de kat zien we meestal een overproductie van het schildklierhormoon, deze aandoening heet hyperthyreoidie. De schildklier werkt dus eigenlijk te snel en veroorzaakt zo een snellere stofwisseling. Hyperthyreoidie komt vooral voor bij oudere katten vanaf 8 jaar met een piek rond 13 jaar. Het is de meest voorkomende stofwisselingsaandoening bij katten. De overproductie van de schildklier komt in 98% van de gevallen door een goedaardige tumor of hyperplasie, in slechts 2% door een kwaadaardige tumor. In ongeveer 70% van de gevallen zijn beide lobben hyperactief. In enkele gevallen is er sprake van een zogenaamde ectopische schildklier, hierover later meer.
De onderproductie van het schildklierhormoon (hypothyreoidie) komt zeer zelden voor bij katten maar zien we wel vaker bij honden.
Symptomen
-Afvallen, terwijl uw kat vaak juist heel veel gaat eten. Heel vaak zelfs zeuren om eten en op zoek gaan naar eten.
-Veel drinken en veel plassen: de nieren moeten sneller gaan werken en produceren meer urine. Hierbij wordt er vaak teveel kalium uitgeplast, waardoor hiervan een tekort kan optreden. Dit kan als symptoom spierzwakte en anorexie geven.
-Braken (vaak door te snel eten) en diarree.
-Gedragsverandering: hyperactiviteit ondanks hoge leeftijd, agressiviteit, veel miauwen.
-Op andere plekken slapen, vaak op koude ondergrond, dit komt door warmte intolerantie.
-Snellere hartslag: door de hogere stofwisseling moet ook het hart sneller gaan werken. Hierbij ontwikkelt zich soms een hartruis door verdikking van de hartspier.
Bij sommige katten komen andere symptomen voor, die passen dan meer bij de apathische hyperthyreoïdie. Hierbij eet de kat niet, wordt slomer en vertoont spierzwakte.
Doordat de stofwisseling op een hogere snelheid komt door het overschot aan schildklier hormoon, moeten alle organen in het lichaam sneller werken. Er kunnen dan ook slijtage klachten ontstaan van andere organen.
Het hart moet sneller kloppen en zo ontstaat er sneller overbelasting. De hartspier kan verdikt raken waardoor het hart hypertrofische cardiomyopathie gaat ontwikkelen (algehele verdikkingen van de hartspier). Deze afwijking kan omkeerbaar zijn bij behandeling van de schildklier.
De lever wordt ook belast door de snellere stofwisseling. We zien vaak een stijging van de leverenzymen bij bloedonderzoek. Ook dit normaliseert vaak bij behandeling van de schildklier.
De nieren worden overbelast doordat ze harder moeten werken. De nieren zijn al gevoeliger voor slijtage bij oudere katten en zo krijgen de nieren een extra belasting en een groter risico op nierinsufficientie. Dit is helaas vaak niet omkeerbaar.
Diagnose
De meest eenvoudige manier om hyperthyreoïdie vast te stellen is door middel van bloedonderzoek, hierbij wordt bij katten de totale hoeveelheid schildklierhormoon (totaal T4) bepaald. Het schildklierhormoon wordt niet continu in hoge mate afgescheiden, maar in periodieke fases van dagen. In 10% van de hyperthyreoidie katten worden soms normale hormoonwaardes gevonden. Als we een sterke verdenking van hyperthyreoidie hebben, kunnen we de test na een aantal weken herhalen of andere tests doen. Verder controleren we de nier- en leverwaardes en de elektrolieten, om te zien hoeveel schade is gedaan door de overmaat aan hormoon. Uit recent onderzoek is gebleken dat er in 12% van de hyperthyreoidie katten sprake is van een blaasinfectie, ofwel bacteriën in de blaas zonder verdere ontsteking. Uw kat heeft hier dus geen klachten van kleine plassen doen van, maar de bacteriën kunnen op termijn wel schade in de nieren kunnen aanrichten. Wij adviseren dan ook de urine te controleren.
Soms voelen wij een vergrote schildklier voelen in het keelgebied. We moeten dan alsnog bloedonderzoek doen om de diagnose te bevestigen omdat er ook regelmatig niet-productieve tumoren van de schildklier voorkomen. In 60% is de schildklier vergroot zonder verdere verhoogde hormoonaanmaak.
Therapie.
Er zijn 4 verschillende therapie opties.
1. Medicamenteuze behandeling.
We kunnen de overproductie van het schildklierhormoon remmen met behulp van medicijnen. Deze moeten blijvend elke dag ingeven worden. Er wordt meestal gestart met 2 maal daags 1 tablet. Na 1 maand moet de waarde van het schildklierhormoon weer gecontroleerd worden, om te zien of de dosering aangepast moet worden. De nierfunctie wordt dan ook bepaald, omdat een hyperactieve schildklier slechte nierfunctie kan onderdrukken.
Mocht het moeilijk zijn om tabletten in te geven kan er in overleg een drankje gemaakt worden van de tabletten.
Ook bestaat er een oorzalf, de carbimazol, die aan de binnenzijde van de oorschelp gesmeerd moet worden, mocht zowel de tabletten als het ingeven van een drankje een probleem zijn
Voordeel van de medicatie is dat uw kat niet onder narcose moet voor een ingreep, in sommige gevallen kan het risicovol zijn om een kat met hyperthyreoïdie onder narcose te brengen, zeker bij veranderingen van de hartspier en nieren. Nadeel is dat het geen blijvende genezing biedt. De schildklier blijft hyperactief, het hormoon wordt alleen geremd. En uw kat moet accepteren dagelijks tabletjes te krijgen. Verder kunnen katten bijwerkingen op de medicijnen vertonen. De belangrijkste zijn anorexie, beenmergdepressie en de progressie van nierinsufficientie. Voor controle op deze bijwerkingen en controle van de schildklierremmers adviseren wij 1 maand na het starten van de medicatie nogmaals een bloedcontrole te doen en vervolgens elke 6 maanden.
Naast de schildklierremmende medicatie moeten we soms ook andere medicatie geven, zoals aanvulling van het kalium, behandeling van een urineweginfectie, ondersteuning van het hart, nierdieet etc.
2. Chirurgische behandeling
De aangetaste schildklier kan operatief verwijderd worden. Voordeel is dat de tumor dan verwijderd wordt en er zo geen overmaat aan hormoon meer gemaakt wordt. Het nadeel is dat het een grote operatie is. Verder komt het in 70% voor dat beide schildklierlobben overproduceren. Deze moeten dan ook beide verwijderd worden, dit moet in 2 fases gebeuren. Nog een nadeel is dat heel dicht op beide schildklierlobben een ander zeer klein orgaan ligt, de bijschildklier, deze is enkele millimeters groot. De bijschildklier heeft een belangrijke functie in de calcium huishouding. Bij een operatie kan de bijschildklier beschadigd worden of verwijderd worden, waardoor de hormoonproductie wegvalt van de bijschildklier. Dit is zeker bij beiderzijdse verwijdering een risico. Dit tekort aan bijschildklierhormoon moet dan ondervangen worden middels medicijnen, welke dan ook levenslang gegeven moeten worden.
Het kan ook gebeuren dat er een stukje schildklier gaat zwerven door het lichaam, de ectopische schildklier. En deze kan ook overmatig hormoon gaan produceren. Het is dan dus ook noodzakelijk dat duidelijk is waar hyperactief schildklierweefsel ligt voordat tot operatie wordt overgegaan. De enige manier om dit in beeld te brengen is door middel van een scan bij een specialistische kliniek. Hierbij worden alle deeltjes van de hyperactieve schildklier in beeld gebracht, zodat zeker is dat bij operatie alles verwijderd wordt.
3. Behandeling met radioactieve Jodium isotopen.
Hierbij wordt radioactief Jodium via een infuus aan uw kat gegeven. Deze isotopen worden alleen opgenomen door hyperactief schildklierweefsel en maken dat kapot, gezond schildklierweefsel wordt niet vernietigd. Het geeft een goed resultaat bij ongeveer 95% van de katten na 1 behandeling. In ongeveer 30% van de katten blijft het schildklierhormoon aan de lage kant, waarbij in 5% het hormoon echt te laag wordt en moet worden aangevuld na een lange periode. Het voordeel is dat na deze ingreep uw kat geen medicatie meer nodig heeft. Ook hoeft er geen narcose gegeven te worden en er is geen risico op beschadiging van de bijschildklieren. Het nadeel van deze ingreep is dat doordat er gebruik wordt gemaakt van een radioactieve stof, uw kat een week intern moet worden opgenomen in een kliniek met een speciaal geïsoleerde ruimte. Deze ingreep kan in Nederland eigenlijk alleen op de dierenkliniek de Lingehoeve te Lienden, en ook in Belgie bij de Universiteit Gent. Voor de ingreep is het belangrijk te weten dat uw kat geen nierziekte heeft. Dit kan uitgesloten worden door gedurende 3 weken de kat te behandelen met schildkliermedicatie en daarna de nierwaardes te controleren.
4. Aanpassen van de voeding : Hill’s Y/D voer.
De beschikbaarheid van een dieetvoeding -Hill’s™ Prescription Diet™ y/d™ Felineis een optie wanneer de medicamenteuze therapie niet lukt.
Hoe werkt Y/D?
De schildklier gebruikt jodium uit de voeding voor de productie van hormonen die helpen bij het reguleren van o.a. de stofwisseling, bloeddruk en lichaamstemperatuur. Bij hyperthyroïdie is de schildklier vergroot en produceert ze overmatige hoeveelheden schildklierhormoon (Thyroxine of T4), wat de werking van meerdere organen negatief beïnvloedt. Door het drastisch beperken van de hoeveelheid opgenomen jodium via de voeding, vermindert de hoeveelheid geproduceerd schildklierhormoon. Hill’s Prescription Diet Y/D bevat een zéér beperkt jodiumgehalte.
Overschakeling naar Y/D
Overstappen naar deze voeding is eenvoudig. U kunt stoppen met het ingeven van de schildkliermedicatie en dezelfde dag starten met het aanbieden van de nieuwe voeding. Na 3 weken is het belangrijk dat de concentratie van het schilklierhormoon bepaald wordt. Er zijn een aantal zaken waar u, zeker in het begin, op moet letten:
Uw kat mag naast de Hill’s Y/D voeding geen andere voeding of tussendoortjes eten. Heeft u meerdere katten, dan is het verstandig het eten van de katten gescheiden te houden .Het is niet bezwaarlijk als de andere katten ook van het Y/D voer eten, echter de schildklierpatient mag geen andere voeding meer krijgen, behalve het Y/D voer. Het voer is er zowel in droge brok als in blikvorm
Welke behandeling kiezen we voor uw kat?
De keuze is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de leeftijd van uw kat, het gemak waarmee medicijnen gegeven kunnen worden, de algehele conditie van uw kat, de nierfunctie en natuurlijk ook de financiële mogelijkheden. Indien hyperthyreoïdie is vastgesteld bij uw kat, dan zullen we alle mogelijkheden met u doornemen om de best mogelijke therapie te kiezen.
“Voor advies over mijn puppy werd ik zeer goed geholpen bij Dierenkliniek Marnixstraat, zo konden wij een goede start maken. Dank!”
Bart van Apeldonk (1 hond),
Bloemendaal