Blaasgruis bij de kat
Blaasgruis bij de kat
Wat is blaasgruis?
Blaasgruis is de verzamelnaam voor kleine kristallen die kunnen voorkomen in de blaas. Deze kristallen zijn klein en zullen in principe alleen onder de microscoop te zien zijn. Bij een grote hoeveelheid kristallen in de urine en samenklontering ervan is het echter mogelijk het gruis met het blote oog waar te nemen. Het scherpe blaasgruis zorgt voor irritatie van de blaaswand en dit kan weer leiden tot een blaasontsteking. Er zijn verschillende soorten kristallen maar bij de kat komen struvietkristallen het meeste voor. Katten met blaasgruisproblemen noemen we plaskaters.
blaasgruis onder de microscoop
Hoe ontstaat blaasgruis?
Verschillende factoren spelen een rol bij het ontstaan van blaasgruis. Voeding die te veel kristalvormende mineralen bevat is een belangrijke factor. Tevens bepaalt de voeding de zuurgraad van de urine, welke ook van belang is bij het ontstaan van blaasgruis. Indien de zuurgraad (pH) van de urine te hoog is vormen zich makkelijker kristallen.
Zowel katers als poezen kunnen blaasgruis ontwikkelen maar vooral katers zullen problemen ondervinden van het blaasgruis. De reden hiervoor is dat de poes een ruimere plasopening heeft dan de kater. Wanneer het blaasgruis zich ophoopt in de nauwe penispunt van de kater bestaat het gevaar dat het gruis de plasopening blokkeert. De plaskater kan nu de urine en afvalstoffen niet kwijt (kan niet plassen). De blaas raakt na verloop van tijd overvol en kan zelfs scheuren.
Blaasgruisproblemen komen vaker voor bij katten met stress, met weinig beweging en overgewicht.
Hoe behandelen we de plaskater?
Als eerste zullen wij bij een complete afsluiting van de blaas de blokkade moeten wegnemen. In de meeste gevallen gebeurt dit onder algehele narcose. Er wordt een katheter geplaatst en een infuus aangebracht. Wij nemen de kat op voor een aantal dagen tot de blaas gespoeld is, de kat -na verwijderen van de katheter- weer zelf kan plassen en algeheel opgeknapt is en de kat weer naar huis mag. Een kat waarbij struviet in de urine is geconstateerd, dient 4-6 weken op een speciaal dieetvoer te staan. Dit struvietdieet (Royal Canin Urinary of Hill’s S/D) veranderd de zuurgraad van de urine. Hierdoor wordt het aanwezige struviet opgelost en nieuwvorming hiervan voorkomen. Na 4-6 weken controleren we nogmaals de urine om te zien of alle struviet verdwenen is. Katten die blaasgruis hebben zullen een leven lang een blaasgruisdieet moeten volgen.
Symptomen van een kat met een mogelijke plasproblemen:
- Veel naar de bak gaan
- Veel naar de bak gaan en kleine plasjes doen
- Veel naar de bak gaan en slechts druppeltjes in de bak doen
- Veel naar de bak gaan en geen plas doen
- Op vreemde plekken en/of naast de bak plassen
- Klaaglijk miauwen (pijnuitingen) tijdens bezoek aan de kattenbak
Wanneer u een kat heeft met bovenstaande klacht of klachten, neemt u dan direct contact op! Onbehandeld kan de kat aan deze aandoening sterven! Wij beschouwen deze patiënt als een spoedgeval. Deze plasproblemen zijn een van de meest voorkomende kattenkwalen en bij tijdig ingrijpen, gelukkig goed te behandelen. Neem bij twijfel altijd contact op met een dierenarts!
Wanneer de blokkade niet wordt weggenomen zal de kat steeds slechter worden en uiteindelijk sterven. Snel handelen is dus geboden, wacht niet tot morgen!
Blaasontsteking
Niet in alle gevallen zullen katten met blaasgruis ook echt een blaasafsluiting krijgen. Meestal zien we deze patiënten op het spreekuur met een blaasontsteking als gevolg van het blaasgruis. Niettemin moeten deze katten ook een levenlang blaasgruisdieet krijgen om een blaasafsluiting te voorkomen.
Blaasstenen
Wanneer klachten met de juiste behandeling niet verminderen kan dit duiden op de aanwezigheid van een blaassteen. De blaassteen -een samenklontering van blaasgruis- kan goed in beeld worden gebracht op een röntgenfoto of door middel van een echo van de blaas. De blaassteen kan té groot zijn om te worden uitgeplast en zal operatief verwijderd moeten worden.
“Voor advies over mijn puppy werd ik zeer goed geholpen bij Dierenkliniek Marnixstraat, zo konden wij een goede start maken. Dank!”
Bart van Apeldonk (1 hond),
Bloemendaal