OBSTIPATIE
Regelmatig krijgen wij in onze praktijk katten die moeite hebben om hun ontlasting kwijt te raken (obstipatie). Obstipatie wordt ook wel verstopping genoemd, het is de medische term voor een vertraagde of moeizame stoelgang. De ontlasting is hard en droog omdat het langer dan normaal in de dikke darm zit. De dikke darm is namelijk de plaats waar vocht onttrokken wordt aan de ontlasting. Na verloop van tijd blijft er steeds meer ontlasting in de dikke darm vastzitten. De steeds groter wordende massa rekt de darmwand op en de peristaltiek (=voortstuwende samentrekkingen van de spieren in de darmwand) verslechtert. Op een bepaald moment kan de kat de ontlasting niet meer naar buiten krijgen en spreken we van obstipatie.
Obstipatie wordt vaker gezien bij oudere katten, te zware katten die weinig lichaamsbeweging krijgen en lijkt meer voor te komen bij Siamezen en aanverwante rassen.
SYMPTOMEN
De kat gaat regelmatig naar de bak en zit dan langdurig in de kenmerkende houding om te poepen (met gekromde rug en de staart afgehouden), perst maar er komt maar weinig of geen ontlasting af. Uw kat kan miauwen, blazen of zelfs schreeuwen van de pijn. Likken aan de achterkant, uitpuiling van de anus, sloomheid, slechte eetlust, braken, wegkruipen, pijn bij optillen of aanraken van de buik kunnen voorkomen.
Diagnose
Bij lichamelijk onderzoek wordt een abnormale hoeveelheid ontlasting in de buik gevoeld. Dit wordt bevestigd met behulp van een rontgenfoto. Verder wordt gekeken wat de oorzaak van de obstipatie is.

Rontgenfoto van de kater Balder met duidelijke obstipatie.
Wat zijn de oorzaken van obstipatie?
Voeding: Een voeding die niet de goede hoeveelheid verteerbare en onverteerbare vezels bevat werkt obstipatie in de hand.
Een neurologisch probleem: Het kan om een aangeboren afwijking gaan of het laatste deel van het ruggenmerg is beschadigd als gevolg van een trauma (bijv. een aanrijding, een val, aan de staart getrokken).
Pijn: Bij hele erge pijn aan de achterkant door een gebroken poot, anaalklierontsteking of vechtabces in de buurt van de anus durft een kat soms niet meer te poepen. Als dit te lang duurt droogt de ontlasting in de dikke darm in. Oudere katten kunnen last hebben van spondylose (artrose) van de rug, wat zo’n pijn kan veroorzaken dat de kat de ontlasting niet kwijt kan.
Obstructie: Het laatste stuk van de dikke darm loopt door het bekken. Als de bekkendoorgang vernauwd is na een bekkenbreuk of door een tumor kan ontlasting moeilijker passeren en zich ophopen. Of in de dikke darm zelf is een ruimte innemend proces aanwezig wat een vernauwing geeft. Bij jonge dieren kan een worminfectie tot een obstructie leiden.
Algemene problemen: Een tekort aan kalium, een te veel aan calcium of uitdroging vergroten de kans op obstipatie.
Medicatie: Van een aantal medicijnen is bekend dat ze de werking van de dikke darm negatief kunnen beïnvloeden: opiaten (morfine-achtige middelen), vochtafdrijvers, anti-histaminica, maagzuurremmende middelen en atropine. Bij een normale dosering zien we echter in de praktijk weinig problemen.
Stress: Geboorte van een baby, een nieuwe kat in huis, een verbouwing of een verhuizing leveren sommige katten zoveel stress op dat ze hun ontlasting gaan ophouden. De kat kan weggejaagd worden van de kattenbak door andere katten in het huishouden, een hond of doordat de kattenbak op een te drukke plek staat. Het is dan ook verstandig om bij meerdere katten in het huishouden meer kattenbakken neer te zetten.
Weerzin: Katten kunnen heel gevoelig zijn als het gaat om de kattenbak: de kattenbak kan in de ogen van de kat te vies zijn of niet de juiste kattenbakkorrels bevatten. De kat kan een nare ervaring hebben gehad met of bij de kattenbak, bijvoorbeeld door pijn.
Onbekend: Bij katten komt een verwijding en verslapping van de dikke darm voor waar we de oorzaak niet van kennen. Om onbekende reden is er een onvoldoende prikkeling van gladde spieren in de dikke darm waardoor de peristaltiek slecht is. We spreken van een idiopatisch megacolon.
Therapie: De behandeling van obstipatie is er allereerst op gericht om de ontlasting die in de dikke darm zit zacht te maken en er vervolgens uit te krijgen. Vooraf wordt subcutaan vocht (onderhuids) of intraveneus (in de ader) vocht toegediend en een pijnstiller gegeven. De katten worden vaak 1 tot 2 dagen opgenomen, totdat het zeker is dat ze zelf weer hun ontlasting kwijt kunnen. Paraffine wordt (eventueel meerdere keren) rectaal ingebracht, om later op de dag met een klysma het afkomen van de zachter geworden ontlasting te stimuleren.
Als het afkomen van de ontlasting met deze therapie niet op gang komt, als trauma de oorzaak van obstipatie is of als de dierenarts bij de buikpalpatie al voelt dat de drollen te groot en/of te hard zijn om te verweken, is een behandeling onder sedatie noodzakelijk. De dikke darm wordt dan manueel rectaal leeggehaald met behulp van spoelingen en klysma’s.
Behandeling op de langere termijn
Op de langere termijn wordt geprobeerd herhaling van de obstipatie te voorkomen. Vooraf is er naar de oorzaak gekeken en dit zal verder onderzocht worden en indien mogelijk behandeld. Afhankelijk van de oorzaak zal er voor een bepaalde voeding gekozen worden. Een optie is een dieet rijk aan goed verteerbare vezels: Fibre Response® van Royal Canin. De vezels helpen het evenwicht van de darmflora te herstellen. Ze remmen de groei van schadelijke, ziekteverwekkende bacteriën en ondersteunen zo de darmfunctie. Daarnaast bevorderen voedingsvezels de passage van voeding door de darmen (ontlasting wordt zachter zonder dat er diarree ontstaat) en dragen ze bij aan de kwaliteit van de ontlasting.
Speciaal dieet: In andere gevallen wordt gekozen voor een licht verteerbare (nat)voeding zoals Gastro Intestinal® en Sensitivity control® van Royal Canin of de I/D® van Hills. Gastro Intestinal® bevat bijvoorbeeld een combinatie van zeer goede verteerbare eiwitten, rijst, speciale voedingsvezels en visolie die zorgt voor een evenwichtige darmflora en optimale verteerbaarheid.
Extra vezels: Staat uw kat al op een speciale voeding, bijvoorbeeld op een nierdieet of een blaasgruisdieet en is een voerwisseling niet mogelijk, dan kunnen er extra vezels aan het dieet worden toegevoegd om de dikke darm functie te ondersteunen.
Laxeermiddel: Als laatste kan het nodig zijn om tijdelijk of soms levenslang een laxeermiddel te geven. Een laxeermiddel reguleert het fysiologisch ritme van de dikke darm en bevordert de vorming van normale ontlasting op natuurlijke wijze.
“Voor advies over mijn puppy werd ik zeer goed geholpen bij Dierenkliniek Marnixstraat, zo konden wij een goede start maken. Dank!”
Bart van Apeldonk (1 hond),
Bloemendaal