PUPD (veel plassen, veel drinken)

 

Hoeveel drinkt een konijn ….
Normaal drinkt een konijn rond de 50 tot 100 ml water per kg lichaamsgewicht.

Wanneer spreken we van veel drinken en plassen (PU/PD) ….
Als een konijn meer dan 100 ml water per kg lichaamsgewicht drinkt dan spreken we van te veel drinken. Dit wordt PU/PD genoemd. De PU staat voor polyurie (veel plassen) en de PD staat voor polydipsie (veel drinken).

Symptomen van veel drinken ….

  • Het konijn drinkt de hele dag
  • Het waterflesje of bakje moet vaak worden bijgevuld (meet eens hoeveel je konijn drinkt)
  • Het hok is natter dan normaal
  • Een normaal zindelijk konijn is onzindelijk geworden
  • Er is urinebrand: door urine lekken is een ontsteking van de huid ontstaan

Lurken
Opvallend is dat sommige konijnen de hele dag aan het flesje lurken. Het konijn blijft maar drinken uit het flesje, het lijkt wel een verslaving.
Als een konijn de hele dag aan het drinkflesje blijft lurken haal het flesje dan eens weg en zet in plaats daarvan een drink bakje om uit te proberen of er dan minder wordt gedronken.

Oorzaken van het vele drinken kunnen zijn:

  • Blaasproblemen
  • Blaasontsteking
  • Blaaszand
  • Blaasstenen
  • Nierfalen
  • Nierbekkenontsteking = pyelonefritis
  • E. cuniculi
  • Baarmoederontsteking, – tumor
  • “Suikerziekte” (tussen aanhalingstekens, hebben we nog niet aan kunnen tonen)
  • Stress, pijn
  • Verveling / aangeleerd gedrag / verslaving / psychogeen
  • Gebitsproblemen

Hoe kunnen we aantonen wat er aan de hand is ….

  1. Urineonderzoek ….
  • Allereerst worden de kleur, geur en helderheid bekeken. Normale urine van het konijn is helder tot licht troebel. Het is normaal dat konijnenurine licht troebel is en dat er een witte plek ontstaat waar de urine in het hok of op de handdoek opdroogt. De kleur van urine is helder maar kan ook wit/geel of zelfs bruin/rood zijn. De verkleurde urine kan ten gevolge van bepaalde kleurstoffen in het voedsel zijn, maar ook zien we deze verkleuring als we bepaalde medicijnen geven..
    Normale konijnen urine ruikt een beetje tot sterk maar stinkt niet.

De urine kan verder worden bekeken op:

  • 1 A: Chemische analyse
  • 2 B: Sediment
  • 3 C: SG of het soortelijk gewicht
  • 4 D: Eiwit – creatinine ratio
  • 5 E: Bacteriologisch onderzoek
  • 6 F: PCR op E. cuniculi antigeneen

Ad 1 A: Chemische analyse met een Urinestick of een Auction Micro meter….
Op de urine stick of met de Auction Micro meter kun je zien of de rood of oranje verkleurde urine bloed bevat of dat er kleurstof aanwezig is. Normaal zit er geen bloed in de urine. Verder kan de pH (normaal rond 8-9) worden gemeten en of er suiker aanwezig is (normaal niet).

Ad 1 B: Het sediment ….
Als we de urine afdraaien dan kan het sediment of afdraaisel bekeken met de microscoop. Er kan gekeken worden naar rode en witte bloedcellen, cellen en kristallen die in de urine kunnen zitten.
Het merendeel van de kristallen zijn calcium-carbonaten, maar ook calcium-oxalaten of calcium-ammonium-hydraten kunnen voorkomen.

Ad 1 C: SG of soortelijk gewicht ….
Dit is een bruikbare methode bij het konijn, maar het SG is lastiger te interpreteren dan bij een hond of een kat.

  • Bij een hond is het normale SG: 1.015 – 1.045
  • Bij een kat 1.030 – 1.050
    Onder de laagste waarde is er sprake van pu/pd.

Bij het konijn is het normale SG 1.003 – 1.036 volgens de literatuur. Dit is een veel bredere marge dan die bij een hond of een kat. Ook worden veel lagere waardes gemeten. Het is lastig om alleen met het SG een uitspraak bij het konijn te doen over een evt oorzaak!

Wat ons opvalt aan de hand van het SG bij een konijn, dat je dit in bepaalde groepen moet indelen:

  • SG van 1.003-1.010; dan is er vaak sprake van E. cuniculi in de nieren of stress / verveling
  • SG van 1.010-1.016; dan is er vaak sprake van nierfalen
  • SG van 1.015-1.035; normale urine
  • SG van meer dan 1.035; dan is er vaak sprake van blaaszand of stenen

Bij een SG van 1.015 tot 1.035 wordt er normaal gedronken en geplast. Onder de 1.015 is er PU/PD tot zelfs extreem PU/PD onder de 1.010. Boven de 1.035 wordt er te weinig gedronken en geplast.

  1. D: Eiwit – creatinine ratio of UPC ….
    Net als bij de hond en de kat kijken we in de urine naar de hoeveelheid eiwit en creatinine bij het konijn. Aan deze waarde kan afgelezen worden of er een normale hoeveelheid eiwit in de urine aanwezig is of dat er aanwijzing zijn voor een verhoogd eiwit gehalte in de urine = proteïnurie. Konijnen hebben altijd een beetje eiwit in de urine. Als er veel eiwit aanwezig is dan kan er sprake zijn van een bacteriële blaasontsteking / nierbekkenontsteking. Bij konijnen en zeker bij jonge konijnen zien we altijd wel een spoor eiwit in de urine.

We houden aan dat een konijn maximaal een eiwit-kreatinine ratio van een 0,5 hebben. Daarboven spreken we van proteinurie.
Boven deze waarde dan spreken we van proteïnurie ….

We meten de eiwit/creatinine ratio of UPC (op zijn Engels) met een Auction Micro meter in onze praktijk of sturen het naar een extern laboratorium (UVDL of VetMedLab). Ons apparaat is betrouwbaar gebleken als er veel eiwit in de urine aanwezig is, maar de lage waardes kan het niet nauwkeurig detecteren.

Ad 1 E: Bacteriologisch onderzoek ….
We kunnen met behulp van een bacterieel onderzoek of een zogenaamde kweek testen of er bacteriën aanwezig zijn in de urine. Normaal zijn er geen bacteriën te vinden in urine. We gebruiken voor deze kweek een Uricult in huis test of we sturen de urine in naar een extern laboratorium (UVDL of VetMedLab).
Als er bacterien groeien op de kweek dan kan er een antibiogram gemaakt worden. Er worden schijfjes met antibioticum op de gegroeide bacterien gelegd, als de bacterien rondom een schijfje dood gaan, dan weet je dat deze bacterien gevoelig zijn voor dat antibioticum.
Er kan dan een gericht antibioticum worden ingezet dat tegen de bacteriën die in de urine wordt gevonden wordt werkt.

Ad 1. F: PCR op E. cuniculi antigeen ….
We sturen urine in naar een extern laboratorium (EVL) om, in combinatie met bloedonderzoek, de urine op E. cuniculi sporen te testen. In de urine wordt met behulp van een PCR bekenen of er antigenen van de sporen van E. cuniculi aanwezig zijn. Je toont dan direct aan dat er E. cuniculi sporen in de urine aanwezig zijn.”

Urine onderzoek en bloedonderzoek combineren:
Als de urine een aanwijzing geeft op nierfalen (SG 1.010 – 1.015 en er is een hoog UPC) dan moet ook bloedonderzoek uitgevoerd worden om te zien of er een verhoging van de nierwaardes aanwezig is. Bij het konijn hieronder is dit het geval: deze waardes zijn typisch voor een pyelonefritis of nierbekkenontsteking. Een hoog UPC in de urine (proteïnurie) en verhoogde ureum en creatinine in het bloed

  1. Bloedonderzoek ….
    Naast het urineonderzoek voeren we ook bloedonderzoek uit om na te gaan wat de oorzaak van het vele drinken is. Sommige testen voeren we in huis uit, andere bloedtesten gaan naar speciale laboratoria voor verdere diagnostiek. Te denken valt aan nierfalen, leverproblemen, ontstekingen, E. cuniculi.

Het bloed nemen we af in de hals of uit een achterpoot. Uit de oorvene kan ook maar die is eigenlijk te klein om goed bloed af te nemen. We voeren het bloedonderzoek bij ons in de praktijk uit of als we een uitgebreider bloedonderzoek willen dan sturen we dit naar een extern laboratorium (VetMedLab)”

  1. Bloeddruk meting ….
    Als een konijn verdacht wordt van een nierprobleem dan meten we de bloeddruk om te zien of we bloeddruk verlagende medicijnen kunnen geven.
    De normale systolische bloeddruk bij het konijn is onder de 135 mmHG zijn.
  2. Röntgenfoto …..
    Een röntgenfoto is vooral handig als er een verdenking is van een blaasprobleem veroorzaakt door blaasstenen of blaaszand. Het zand of de steen is goed te zien als een extra witting in de blaas op een röntgenfoto, door het aanwezig zijn van veel calcium in het zand of de steen.

Echografisch onderzoek …. Als er een probleem in de buik is dan laten we een echo door een echo specialist maken. Deze specialist komt op afspraak bij ons in de praktijk (op locatie) Met een echo kunnen de organen in de buik goed nagekeken worden. Dan worden onder andere de nieren gecontroleerd of afwijkingen in de lever.

Op de volgende oorzaken willen we dieper ingaan, klik op de links hieronder voor meer informatie.

  • Blaasproblemen
  • – Blaasontsteking
  • – Blaaszand
  • – Blaasstenen
  • Nierfalen / Nierbekkenontsteking = pyelonefritis
  • E. cuniculi zorgt ook voor veel drinken
  • Stress, pijn, gebitsproblemenZie hieronder ….
  • Psychogene PU/PD: Verveling / aangeleerd gedrag / verslaving / Stereotype gedrag.
  • “Suikerziekte”: tussen aanhalingstekens, suikeziekte hebben we nooit aan kunnen tonen, we hebben nooit een hoge fructosamine bij een verhoogd suiker in het bloed kunnen vinden.

Stress of pijn ten gevolge van een gebitsprobleem ….
Door stress, pijn door een haak of een scherpe punt op de kiezen kan er een wondje in het slijmvlies van de bek ontstaan. Hierop zien we regelmatig dat konijnen meer gaan drinken.

 

Psychogene PU/PD ….

Een andere oorzaak van veel drinken is verveling / aangeleerd gedrag / verslaving aan de drinkfles.
Soms is een konijn de gehele dag aan het lurken aan de fles (het SG is extreem laag) dan moet er naast een infectie met E. cuniculi ook gedacht worden aan een psychogene oorzaak: verslaving, aangeleerd of stereotype gedrag. Het konijn kan stress hebben, eenzaam zijn of gewoon verslaafd aan een drinkfles tuitje / nippel.

Probeer eens om in plaats van het drinkflesje een waterbakje te geven aan het konijn dat de gehele dag aan het drinken is.

“De konijnen nemen echt hun plek in binnen het gezin. Wij willen dan ook voor hen de beste zorg. Bedankt Kirsten en Jacquelien!”

Fam. Brugman (2 konijnen),
Zwanenburg