Beenmergdepressie
Dit is een aandoening die voorkomend bij niet-gesteriliseerde vrouwelijke fretten of bij fretten waar bij de sterilisatie toch een stukje eierstok is blijven zitten.
Oorzaak
Ongesteriliseerde fretten worden aan het begin van het seizoen loops (meestal rond maart). Als zij niet gedekt worden, zal de loopsheid aanhouden tot aan het eind van het seizoen (vaak pas eind augusts-september). Gedurende deze hele periode zal het vrouwelijk geslachtshormoon, oestrogeen, hoog zijn. Dit heeft schadelijke effecten op het beenmerg en zorgt ervoor dat het beenmerg onvoldoende nieuwe cellen kan aanmaken.
Normaal gesproken worden in het beenmerg de rode en witte bloedcellen gemaakt; een gebrek hieraan kan ernstige ziektebeelden geven (bloedarmoede, vatbaarder voor infecties).
Een depressie van het beenmerg kan al optreden na 1 maand loopsheid, maar wordt meestal gezien tegen het einde van de loopsheid.
Verschijnselen
– Duidelijk opgezwollen vulva, soms ook met pussige uitlvoeiing
– Door de bloedarmoede is de fret slomer en zullen het neusje en de slijmvliezen van de bek wittig eruit zien in plaats van mooi roze
– Gewichtsverlies
– Symmetrische kaalheid
Als het ernstiger wordt:
– Erg sloom
– Niet meer willen eten
– Bloedingen in de huid en het maagdarmkanaal
Diagnose
De diagnose wordt gesteld aan de hand van de klinische verschijnselen en het feit dat het een niet-gesteriliseerde vrouwelijke fret is.
Behandeling
De behandeling bestaat uit het tegengaan van de loopsheid. Dit kan door middel van chirurgische sterilisatie (als de conditie van het fretje dat toelaat) of niet-chirurgische sterilisatie door een implantaat (Suprelorin). Dit implantaat wordt onderhuids ingebracht zonder narcose en werkt 2-4 jaar. Nadeel van het implantaat is dat er soms weefselreactie optreedt op de plek van toediening.
Preventie
De preventie van deze aandoening bestaat uit het voorkomen van langdurige loopsheid. Dit betekent eigenlijk dat vrouwelijke fretten, indien er niet met ze gefokt wordt, het beste gesteriliseerd kunnen worden op 6-8 maanden leeftijd. Dit kan dan zowel chirurgisch als wederom niet-chirurgisch (zie ook sterilisatie)
“Voor advies over mijn puppy werd ik zeer goed geholpen bij Dierenkliniek Marnixstraat, zo konden wij een goede start maken. Dank!”
Bart van Apeldonk (1 hond),
Bloemendaal